Carpaaltunnel Syndroom, wat is dat?
Het Carpaaltunnel Syndroom, afgekort CTS, is een beknelling van de middelste armzenuw (nervus medianus) in de pols.Deze beknelling verstoort de werking van de zenuw en veroorzaakt de klachten. Er zijn tal van oorzaken. Overbelasting in de vrije tijd en op het werk is vaak de hoofdoorzaak.
Wat merkt men bij het Carpaaltunnel Syndroom?
Het eerste waarschuwingssignaal: pijnlijk inslapen van de hand, gedurende de nacht. Door licht masseren of door met de hand te wapperen worden de klachten nog in een vroeg stadium verlicht.
In een later stadium slaapt de hand ook vaak overdag.
De pijn kan uitstralen tot in de arm en nek.
Stijfheid, zwelling, doof gevoel en krachtverlies in de hand zijn klachten, die hier na verloop van tijd bijkomen.
Het CTS geneest meestal niet vanzelf. Een succesvolle behandeling, zonder operatie, is kansrijk, vooral in het beginstadium. Raadpleeg daarom een arts als u een van de symptomen waarneemt.
Hoe werkt Tractietherapie?
Elke zenuw moet zich in het omliggende weefsel kunnen bewegen. Bij deze aandoening neemt de beweegbaarheid na verloop van tijd af. De tractietherapie brengt de beweegbaarheid met een gedoseerde tractie weer tot stand. Tijdens de therapie wordt de pols in verschillende posities gericht en wisselend opgerekt. Dit oprekken verbetert bovendien de bloed- en lymfecirculatie. Om deze therapie gecontroleerd te kunnen uitvoeren is hiervoor een speciaal apparaat ontwikkeld dat al meer dan 10 jaar met succes wordt toegepast.
Om een snel succes te bereiken, moet de behandeling in een zo vroeg mogelijk stadium worden uitgevoerd. Al na 6 behandelingen merkt 70% van de getroffenen een verlichting van de klachten.
Meer informatie vindt u hier.
